Tags

, , , , , , , , , , ,

Daar was laatst een meisje loos
die wou gaan varen die wou gaan varen
er was laatst een meisje loos
die wou gaan varen voor zeematroos

Grote kans dat u bovenstaand liedje mee kan zingen. Maar de historische context blijkt na navraag in mijn omgeving grotendeels onbekend.

Het volksliedje gaat over een meisje dat als man verkleed de wereldzeeën bevaart. De oudste bekende versie hiervan dateert uit de 18e eeuw: toen was het geen kinderliedje, maar een arbeiderslied, gezongen in de haven. Travestie is in de geschiedenis zeker geen ongebruikelijk verschijnsel volgens historici Lotte van de Pol en Rudolf Dekker. Zij onderzochten dit fenomeen en het resultaat is het interessante boek Vrouwen in mannenkleren. De geschiedenis van een tegendraadse traditie 1500-1800. In dit boek beschrijven zij het fenomeen travestie aan de hand van 120 vrouwenlevens.

Deze travestie-traditie blijkt een lange geschiedenis te hebben: zij werd vooral zichtbaar in de 16e eeuw tot en met de 18e eeuw. In de 19e eeuw stierf de traditie uit en tegenwoordig is zij nauwelijks meer waarneembaar. Een transformatie van vrouw tot man was in vroegere tijden een reële ontsnappingsmogelijkheid voor vrouwen in moeilijkheden, menen Van de Pol en Dekker. Hiervoor waren economische redenen: als man was het makkelijker werk vinden als matroos en soldaat. Ook verdienden mannen meer dan vrouwen. Een andere motivatie kon zijn om te trouwen met een vrouw.

Maar hoe deden de vrouwen dit? Ondanks dat de gezichten van beide seksen zonder make-up redelijk op elkaar lijken, zijn er toch duidelijk fysieke verschillen. Vrouwen hebben geen baardgroei en snor (uitzonderingen daargelaten),  borsten en duidelijk aanweziger heupen. Hierdoor konden vrouwen wel vaker doorgaan voor jonge jongens. De bekende travestiet Maria van Antwerpen slaagde er bijvoorbeeld in om als 43-jarige vrouw in dienst te komen als 23-jarige jongeman. Verder kon er volgens Van de Pol en Dekker veel worden verborgen in de 17e en 18e eeuw door de mannenmode, die wijde jakken voorschreef. Verder gebruikten sommige vrouwen een soort kunstpenis. Bekend is de zaak van Christina Linken, die in 1712 veroordeeld werd. Zij had een ‘lederen opgevuld mannelijk lid, waaraan een zak van varkensleer was vastgemaakt, en 2 opgevulde leren ballen’ die zij aan haar onderlijf vastmaakte. Er zijn meer vrouwen bekend die zich van zo’n instrument bedienden om niet ontdekt te worden.

Toch moeten de vrouwen voortdurend onder spanning hebben gestaan- veel vrouwen hielden dan ook angstvallig hun kleding aan. In enkele gevallen ging dat natuurlijk niet- en ik vraag me af hoe vrouwen een grote boezem verborgen (een cup G valt ook onder een ruimvallend shirt nog wel op). De anekdotes vertellen wel dat veel vrouwen al van zichzelf vrij kloeke, mannelijke, grote vrouwen waren, waardoor ze makkelijker als man konden doorgaan. Bij Maritgen Jans, die na haar ontmaskering weer vrouwenkleren droeg, bleek de mannenkleding beter bij haar te staan volgens een tijdgenoot.

De bekende travestiet en Engelse zeerover Mary Read

Dit soort onderzoeken zijn interessant omdat ze ingaan op noties van gender en identiteit. Dat laatste is iets heel persoonlijks wat zich al vanaf kleins af aan ontwikkelt, maar van gender willen de noties nog wel eens verschillen. Ik hoop dat er meer van dit soort onderzoeken gedaan gaan worden!